Diervriendelijke kweek bij palingkwekerij Rijpelaal
Van glasaal tot eindproduct in eigen beheer
Palingkwekerij en rokerij Rijpelaal bestaat ruim dertig jaar. Door de jarenlange ervaring en de combinatie van kweek, rokerij, winkel en restaurant kan het bedrijf topkwaliteit leveren. Het eindproduct is duurzaam, gezond en ook nog eens erg lekker.
Paul Meulendijks nam Rijpelaal in 2019 volledig over van zijn vader. Hij hielp van jongs af aan mee in het bedrijf en wist al vroeg dat daar zijn toekomst lag. “Ik ben er mee opgegroeid. Ik heb veel van mijn vader geleerd, we doen veel dingen op dezelfde manier. Het kweken van paling is ook mijn passie. Mijn hart ligt bij paling roken en verwerken. Sinds ik helemaal in het bedrijf zit, na mijn opleiding internationale handel, ben ik me meer toe gaan leggen op het verwerken en de verkoop, ook online, via onze webshop. Ik geloof in paling kweken, maar met toegevoegde waarde, dus in combinatie met de rokerij, de winkel en ons restaurant.”
Terugblik
Oprichter van Rijpelaal Johan Meulendijks had in de jaren tachtig een gemengd boerenbedrijf. In 1988 besloot hij de kweek van paling toe te voegen aan zijn onderneming. “We konden met de varkens niet meer uitbreiden op de huidige locatie en we wilden ook niet verhuizen. Er stond een reportage in vakblad De Boerderij over palingkweek. Zo is mijn interesse gewekt. Bovendien ben ik een groot liefhebber van paling, dus die keus was snel gemaakt.”
Meulendijks deed een opleiding viskweek aan de middelbare landbouwschool in Helmond.
De start van de palingkweek ging echter niet vanzelf. Er waren allerlei technische problemen, onder meer met het zuurstofpeil. Ook de voederconversie was aanvankelijk een lastige klus. “Die bleef heel lang 3 kilo voer op 1 kilo vis. Dat is natuurlijk veel te veel, dan kun je geen omzet maken.” Meulendijks, die behoorlijk technisch is, maakte vervolgens zelf een zuurstofreactor. “Toen ging de voerconversie naar 1,5 kilo voer per kilo vis en het water was na het voeren in een half uur schoon.” Door de jaren heen paste Johan Meulendijks nog veel verbeteringen toe in het kweeksysteem. Hij ontwikkelde onder meer ook een automatische voerlijn, op basis van een voerlijn voor
varkens. “We kregen een steeds beter resultaat. Inmiddels is de voerconversie 1.3 en misschien kan het nog wel beter!”
Ontstaan van Rijpelaal
In 1997 besloot Meulendijks zich alleen nog te richten op viskweek. “De vraag naar paling is groter dan het aanbod. Varkens zijn er te veel. Bovendien waren we net getroffen door de varkenspest.” De boerderij werd te koop gezet en Johan Meulendijks kocht de boerderij van zijn ouders aan de overkant van de straat. Daar was voldoende ruimte en er werd een nieuwe kwekerij ingericht, met verwerkingsruimte en plaats voor de winkel. En met een nieuwe naam: Rijpelaal, genoemd naar de Rijpelberg, waar het bedrijf gevestigd is.
In 1999 kocht hij voor het eerst glasaal, die hij uitzette in zijn nieuwe kwekerij. Twee maanden
lang sliep Meulendijks op een campingbed naast de bassins met jonge aaltjes. Ook sloeg hij een bron van 435 meter diep, achter de kwekerij. Dit bronwater, met de juiste waardes voor de aalkweek, speelt een belangrijke rol in het door hemzelf ontwikkelde recirculatiekweeksysteem. Meulendijks kweekte in die periode zo’n zes ton vis per jaar. De pootaal kocht hij in. Om ook gerookte paling te kunnen verkopen ging hij in de leer bij Dries van den Berg in Harderwijk. Toen hij het proces voldoende in de vingers had – hij koos daarbij voor roken met beukenhout – bouwde hij zijn eigen rookkast in de berging van de boerderij. Echtgenote Marij en vader Harrie hielpen met fileren en de verkoop. Zo ontstond het eerste winkeltje van palingkwekerij Meulendijks.
Nieuwe ontwikkelingen
Inmiddels kweekt Rijpelaal zo’n 175 ton paling per jaar. In 2012 kwam zoon Paul als mede-eigenaar in het bedrijf en vanaf dat moment ging Johan afbouwen. “Je bent er 24 uur per dag mee bezig. Het alarm staat altijd aan, want zodra er iets misgaat met de vissen moet je er naar toe. Dat heb ik 27 jaar gedaan, nu is het Pauls beurt!”
Paul deelt de passie van zijn vader voor de paling en koos bewust voor die verantwoordelijkheid. “De dieren praten niet, dus je moet heel goed op ze letten om te zien wat er aan de hand is.. Je moet ze aanvoelen, want paling blijft een mysterieus beest, waar nog heel veel niet over bekend is. Zo zijn wetenschappers er nog steeds niet achter hoe palingen zich precies voortplanten!”
Er werken in totaal negen mensen bij Rijpelaal: één in de kwekerij, zes in de verwerking en twee in de verkoop en het restaurant. Het merendeel van de bij Rijpelaal gekweekte paling verwerkt het bedrijf zelf, voor de eigen verkoop. De rest wordt verkocht aan de groothandel, supermarkten en restaurants.
In 2016 vond een grote verbouwing van de kwekerij plaats, als gevolg van de groeiende vraag. Ook voldeed het oude kweeksysteem niet meer aan de eisen. De Meulendijks bouwden een nieuwe loods bij hun bedrijf, met extra ruimte voor 20 kweekbassins van 23 kuub, waardoor het bedrijf nu in totaal 64 bassins telt. “We hebben nu zestien glasaalbakken, twaalf pootaalbakken en zesendertig bakken voor de afkweek, met een totale capaciteit van 175 ton.”
Twee jaar voor de uitbreiding van de kwekerij werd de winkel vernieuwd: er kwam een zeshoekig paviljoen met terras, waarin ook plaats was voor een restaurant, een idee van Paul. “Passanten kunnen een broodje paling of gerookte zalm eten in het paviljoen of op het terras, met een kop koffie of een glaasje fris erbij. Het blijkt een gouden greep. Ons bedrijf ligt vlak aan verschillende fiets- en wandelroutes, waardoor er altijd veel aanloop is.”
Het kweekproces bij Rijpelaal: dierenwelzijn voorop
Een werkdag in kwekerij Rijpelaal begint om 6.00 uur, met het opstarten van de rokerij. Op drie vaste tijden van de dag start de voermachine voor de alen. Paul Meulendijks: “Dat doen we om de zuurstof zo vlak mogelijk te houden: zo weinig mogelijk pieken en dalen.” Ook worden elke dag de sensoren voor de waterkwaliteit gereinigd, want de pH, zuurstof en temperatuur worden automatisch gemonitord. Daarna volgt de verwerking – het slachten, ontdoen van de slijmlaag in de ontslijmmachine, spoelen, sorteren op formaat en kwaliteit, aan de spiesen rijgen en het roken.
De glasaal wordt om de veertig dagen gesorteerd. Voor de pootaal en afkweek aal werkt Rijpelaal met een cyclus van acht weken, waarin de vissen in alle afkweekbakken gesorteerd worden. Meulendijks: “Dit is een systeem dat we zelf ontwikkeld hebben, in het belang van het welzijn van de dieren en daarmee ook de kwaliteit van het eindproduct. Als je vaker sorteert, stoor je ze steeds en ben je iedere keer een groeidag kwijt.”
Het sorteren gebeurt machinaal, met een Airlift over de sorteermachine. “De alen worden niet aangeraakt, om stress te voorkomen. En het is ook niet ergonomisch om het handmatig te doen.”
Na het sorteren gaan de grootste alen naar de afzwembakken voor de verwerking. De rest wordt op gewicht bij elkaar gezet en de lege bakken worden weer aangevuld met pootaal. Bij het kweken maakt hij gebruik van een zelfontwikkeld fltersysteem met ringetjes, waaraan water zuiverende algen groeien.
Het voersysteem ontwikkelde Johan Meulendijks zelf. “De vissen duwen zelf tegen het stokje van de voermachine. Zo kunnen ze zelf het voer op gang brengen.” In de kwekerij wordt gebruik gemaakt van een computergestuurde voerinstallatie. “Het voer wordt nu exact afgewogen. We proberen ze voor 99 procent te voeren, dan blijven ze actief.”
Vis kweken is vooral een kwestie van gezond boerenverstand, aldus Paul Meulendijks. “En zo dicht mogelijk bij de natuur blijven. Daarom hebben we in de bassins kooien gezet waarin de dieren zich kunnen verschuilen. Dat doen ze in de natuur ook. Hoe meer ze in hun element zijn, hoe groter de overlevingskansen en hoe beter de kwaliteit.”
Diervriendelijk slachten
Ook de afdodingsmachine die voor de volgroeide paling gebruikt wordt, is door Johan Meulendijks zelf ontwikkeld. “Vanaf 2016 is diervriendelijk doden verplicht. Wij doen dat al een aantal jaren. Eerst hadden we een apparaat van een Noors bedrijf, maar dat voldeed niet, het maakte het verwerkingsproces veel te bewerkelijk. Nu hebben we een bak met twee elektrodes ertussen. Daarmee kunnen we 100 kilo in vijf minuten bewusteloos maken. Daarna gaan ze in ijs of in warm water boven de 50 graden Celsius, waardoor ze doodgaan. Het is simpel en doeltreffend en het werkt heel goed. We hebben er tien jaar ontwikkeling in gestoken, in samenwerking met de universiteit Wageningen. We verkopen ze ook aan collega-bedrijven.”
Opwaartse lijn
Paul Meulendijks is positief over de toekomst van de paling. “Er komt steeds meer glasaal. Zes jaar geleden waren palingvissers drie maanden aan het vissen om het quotum bij elkaar te krijgen, nu hebben ze het in zes dagen bij elkaar. En ook het uitzetten van glasaal helpt: wij doen mee aan het programma van Dupan, het duurzaam palingfonds. Je koopt een deel van je glasaal voor de consumptie en een deel voor uitzet. Het gaat daardoor steeds beter met de paling. Ook zijn er proeven met de ontwikkeling van glasaal en pootaal in vijvers. De opwaartse lijn is ingezet en zet door. Het is heel goed dat Dupan opgericht is! Mede daardoor is er weer perspectief voor de paling.”